Voorzorgsmaatregelen bij het besturen van motorfietsen

1. Ten eerste moeten motorfietsen een rijbewijs halen en moeten bestuurders oefenen en een rijbewijs halen voordat ze de weg op mogen


2. Bestuurders moeten een helm dragen om ongelukken te voorkomen en verwondingen te verminderen


3. Bij het besturen van een motorfiets is overbelasting niet toegestaan, ongeacht of deze voorwerpen of mensen vervoert, om te voorkomen dat u de carrosserie van het voertuig niet onder controle kunt houden en ongelukken kunt veroorzaken


4. Auto-ongelukken zijn gewelddadiger dan tijgers, vooral als gevolg van te hard rijden, vooral motorfietsen, wat gemakkelijk tot ongelukken kan leiden


5. Mensen kunnen het bewustzijn verliezen na het drinken van alcohol. Bestuur geen motorfiets nadat u gedronken heeft, om te voorkomen dat u de verkeersregels overtreedt en uzelf en anderen schade berokkent


6. Het is niet toegestaan ​​om met motorfietsen op snelwegen te rijden, omdat het rijden op snelwegen gemakkelijk ongelukken kan veroorzaken

Waar u op moet letten bij het motorrijden in de stad


7. Let tijdens de verkeersstroom op het hoofd van de bestuurder en de achteruitkijkspiegel: De hoofdbeweging van de bestuurder is een moment eerder dan de richtingaanwijzer en het stuur. Rechtstreeks of via de achteruitkijkspiegel van de motorfiets kan aandacht voor de hoofdbeweging van de bestuurder intuïtief de volgende beweging van de bestuurder bepalen


8. Het is op elk moment mogelijk om te remmen of van rijstrook te wisselen
Ongeacht het type vervoer dat u gebruikt, er zijn altijd burgers die de slechte gewoonte hebben om geen richtingaanwijzers te gebruiken. Wanneer je ze voor je vindt, begin dan om te draaien en terug te kijken. Zelfs als u geen richtingaanwijzers gebruikt, is de kans groot dat u van rijstrook verandert of afslaat. Daarom moet u in deze situatie tijdig vertragen


9. Vertrouw op je achteruitkijkspiegel
Let tijdens het rijden af ​​en toe op uw achteruitkijkspiegel om te zien of er zich achter u bijzondere situaties voordoen


10. Ontwikkel goede gewoonten
Ontwikkel de gewoonte om tijdens het inhalen te toeteren of te knipperen, zodat andere voertuigen op u letten. Schakel op gedeelten met slecht zicht tijdig de koplampen, positielichten en achterlichten in, zodat andere voertuigen uw positie kunnen begrijpen. Draag bovendien fietsuitrusting met reflecterende strips


11. Bij het rijden in de stad is het noodzakelijk om snel te reageren, met één of twee vingers permanent op de remhendel in geval van nood

Misschien vind je dit ook leuk

Aanvraag sturen